bell hooks – Teaching Community

833590

bell hooks gaat er vanuit gaat dat er nog een soort onderwijs mogelijk is waar we als gemeenschap, gebaseerd op liefde, vol intimiteit en spiritualiteit, kunnen leren en lesgeven. Maar dat is niet vanzelfsprekend. Volgens bell hooks zit daarvoor veel in de weg. Ze spreekt uit eigen ervaring, ervaring als leerling en als docent.  In het onderwijs ziet zij zich steeds weer geconfronteerd met het imperialistische, wit-supremacistische, kapitalistische en ook patriarchistische waardenstelsel dat in het onderwijs heerst. En hoewel die termen radicaal aandoen als het gaat om het alledaagse onderwijs in de klas, kunnen we er ook in Nederland niet om heen dat ze wel degelijk herkenbaar zijn. Sterker nog: herken je ze niet dan berust je volgens bell hooks (onbewust) in die dominante waarden en ondersteun je daarmee die waarden die er nou eenmaal zijn.

Het helpt nog niet zoveel om te beseffen dat er in de schoolboeken en in de manier van werken op scholen een vrij duidelijke economisch georiënteerde, hiërarchische, blanke mensen wereld is gerepresenteerd om daar vervolgens wat kritisch over te zijn. Ook binnen de ‘zwarte’ scholen zie je voorbeelden van dat deze waarden tegelijkertijd openlijk worden bekritiseerd én waar deze waarden tegelijkertijd wel gewoon in de praktijk worden gebracht. Of denk aan multiculturele scholen die omdat ze multicultureel ‘zijn’ denken automatisch boven alle kritiek uitstijgen, maar eigenlijk het multiculturele als uitzonderingssituatie bevestigen door het als profilering te gebruiken. bell hooks rekent af met al dit soort te eenvoudige oplossingen van dit probleem. Een simpele check of er binnen een school werkelijk een oplossing wordt gevonden zou kunnen uitgaan van situaties waarin multicultureel betekent dat er andere culturen (meer specifiek: mensen die andere culturele achtergronden hebben) daadwerkelijk aan het woord zijn, de leiding nemen, de waarden kunnen bepalen. Gaat u maar na: in hoeveel situaties is dit op Nederlandse scholen het geval? Hoe vaak luisteren leerlingen (verplicht!) naar juist niet blanke Nederlanders over wat het voor minderheden betekent om in Nederland te leven? Wie kent daadwerkelijk intimiteit met iemand met een niet-westerse achtergrond of andere huidskleur? Je zou de antwoorden is moeten vergelijken met hoe vaak leerlingen verplicht zitten te luisteren en gedwongen worden zich te identificeren met een witte mannelijke docent voor de klas die nog weer eens uitstraalt hoe geweldig het is om in onze zeer ontwikkelde westerse wereld te leven. Ondanks dat er veel vrouwelijke docenten zijn op de basisschool, zie je naar ‘boven’ toe, dus naar hogere niveaus onderwijs toch steeds meer de blanke westerse man met de scepter zwaaien. Reden genoeg om bell hooks sentiment serieus te nemen.

Weten we dit allemaal al lang? Is het maar een beetje overdreven? Hoort het er in Nederland niet gewoon bij? Het schijnt voor docenten maar moeilijk te zijn dit beeld niet meteen te nuanceren of te vergoelijken door bijvoorbeeld te stellen dat het niet gek is dat we onze eigen cultuur voorop stellen en dat onze cultuur juist zo tolerant is. Maar, beste docenten: juist die tolerantie zou niet nodig moeten zijn! – aldus bell hooks. Die vergoelijkende vragen zouden we toch helemaal niet hoeven moeten stellen. Als we zo tolerant zijn moeten we allereerst misschien beseffen dat tolerantie heel waarschijnlijk al uit gaat van een superieure positie van tolerant kunnen zijn. De vraag is namelijk wat die tolerantie in de praktijk betekent. Denken dat je open staat voor je leerlingen en dat je de dialoog altijd stimuleert is niet tolerantie. Je zal tot de conclusie kunnen komen dat er een heersende manier van doen is die op zichzelf niet rechtvaardig is, waar je je actief tegen moet verzetten, waarvoor je soms je best moet doen juist niet op de voorgrond te treden, waar je misschien is goed moet luisteren naar mensen die een compleet ander wereldbeeld koesteren, dat je er goed aan doet jezelf in situaties ondergeschikt te maken aan personen uit andere culturen of met andere achtergronden. Dat is iets heel anders dan tolerantie.

Veel onderwijzers zullen zich bijvoorbeeld in gedachte makkelijk vereenzelvigen met Martin Luther King, Jr. die een “beloved community” nastreefde en een wereld voorstelde waarin alle mensen gezamenlijk zouden optrekken vanuit een basis van gedeelde menselijkheid. Maar, deze onderwijzers moeten dan ook beseffen dat dit betekent dat je iets moet afleren. Je moet afleren de dominante orde, inclusief het daarbij horende racisme (ja, dat is een woord vol lading maar ook iets wat bell hooks wel degelijk juist in deze context wil gebruiken), in stand te houden. Een gedachte omtrent een beloved community is geen hippie-achtige aangelegenheid of eenvoudig ideaal: dat vandaag de dag in de praktijk brengen vergt activisme, moed, kracht, subversiviteit. Het is niet enkel een kwestie van bewustwording (dat is misschien maar een begin en zeker niet voldoende). Een dergelijke ‘beloved community’ zogenaamd herkennen als docent als ideaal van ook het eigen lesgeven is volgens bell hooks heel naïef, als dat niet gepaard gaat met een sterke vorm van verzet.

Teachers are often among that group most reluctant to acknowledge the extent to which white-supremacist thinking informs every aspect of our culture including the way we learn, the content of what we learn, and the manner in which we are taught. Much of the consciousness-raising around the issue of white supremacy and racism has focused attention on teaching what racism is and how it manifests itself in the daily workings of our lives. In anti-racist workshops and seminars, much of the time is often spent simply breaking through the denial that leads many unenlightened white people, as well as people of color, to pretend that racist and white-supremacist thought and action are no longer pervasive in our culture.

Als er al een ideaal onderwijs is volgens bell hooks, dan is het een radicaal soort democratisch onderwijs. Mits dat betekent dat dit ingaat tegen al het geïnstitutionaliseerde onderwijs en iedere vorm van dominantie of overheersing. Onderwijs vindt idealiter altijd en overal plaats en is voor iedereen. Dat is hoe onderwijs zou moeten zijn. Leren is iets wat het leven verrijkt in zijn geheel, geen doctrine of doelmatig proces. Dat is wat leren zou moeten zijn. Niet om met dit leren iets anders daarmee te bereiken. Het gaat om de verandering, de ‘challenge’ zelf van het leren. Het toekomstgerichte (leren om later iets te kunnen of bereiken) is altijd een denken gebaseerd op patriarchistische en ontwikkelingsgerelateerde denken. Onderwijs gaat niet over iets dat nog moet komen, het gaat om een immersie in het leven zelf.

To bring a spirit of study to learning that takes place both in and beyond classroom settings, learning must be understood as an experience that enriches life in its entirety.

En dit is geen oproep tot diversiteit, of personalisering, of een rijke opvatting van persoonsvorming. Juist niet. Diversiteit ís er in elk klaslokaal, er zijn allemaal persoontjes, subjecten. Dat is voor bell hooks een gegeven. Er zijn verschillende leerlingen met verschillende wensen en verschillende zorgen. Het probleem zit in hoe we nu met die diversiteit om gaan. Die diversiteit adresseren om toch een vrij uniform lesprogramma te kunnen uitvoeren, dat is een veelgebruikte en institutionele manier, iets wat we nu differentiatie noemen. Bijvoorbeeld door verschillende leerwegen aan te bieden of om binnen de les keuzes in te bouwen (niveauverschillen, verschil in aanpak van het werk, enz). Maar je kan ook een dergelijk dominant lesprogramma laten varen, een dominante cultuur tegenwerken en die diversiteit zo veelzijdig mogelijk maken dat er helemaal geen sprake meer hoeft te zijn van differentiatie maar dat iedereen gewoon kan doen wat belangrijk is. Dan kunnen we het pas echte hebben over veelzijdigheid en pluraliteit. En dan ben je werkelijk die diversiteit ruimte aan het geven. Daar zouden we uiteindelijk oog voor moeten houden.

Maar dat kan toch helemaal niet? Er is toch gewoon een lesprogramma of curriculum? Ja natuurlijk, waarschijnlijk klinkt het voor veel docenten onrealistisch of onhaalbaar. Maar besef je ook: je kan als docent ook besluiten dit programma eens even te laten voor wat het is. Misschien moet je als docent juist even niet zo prominent willen zijn, geen oplossing willen forceren, geen verandering willen aanjagen, geen stelling willen innemen. Oordeel maar eens wat minder. Oordelen staat namelijk veel te vaak centraal in alles wat we in het onderwijs doen, en dit vanuit een machtspositie (be)oordelen betekent het in stand houden van een hiërarchie die de minderheid als minderheid bevestigd. Doe juist een stap terug, kies niet voor een dergelijke dominante rol voor docent of curriculum. bell hooks is niet zo te spreken over de doelen van onderwijs die we normaal ophemelen als noodzakelijk en voor iedereen van belang. Neem bijvoorbeeld het doel van onderwijs om te socialiseren: socialiseren moet volgens bell hooks juist veelal worden ondermijnd of voorkomen!

To build community requires vigilant awareness of the work we must continually do to undermine all the socialization that leads us to behave in ways that perpetuate domination.

Het is allemaal samen te vatten als een ‘practice of freedom’. En dat is simpelweg geen objectief verhaal, geen onpersoonlijke methodiek: zo moet je dit boek ook niet lezen. Geen objectiviteit, geen rivalerende onderwijsfilosofie. Bij die ‘practice of freedom’ verwacht bell hooks meer van het dienstige, het ‘in dienst staan van iets anders’. Het dienstige van onderwijzers is volgens bell hooks iets heel moois: mits het gericht is op een onderlinge zoektocht naar vrijheid voor zowel student als docent, zowel leerling als leraar. Het gaat niet om de dienstbaarheid aan het instituut onderwijs, maar aan elkaar. Daar wil dit boek aan bijdragen. Het vinden van momenten waarop even het institutionele, dominante kan worden ontweken in dienst van een ongedwongen uitwisseling en werkelijk vrije ontwikkeling van ideeën. Daar waar het persoonlijke, de verbondenheid en het familiaire het uitgangspunt vormt: en wel voor iedereen in eigenlijk elke onderwijssituatie moet dat voorop staan. Onderwijs kortom als een elkaar wederzijds dienstbare familie, tegen de instituties in. Dit boek ’teaching community’ is daarom autobiografisch en familiair, in die zin. Het is persoonlijk, bell hooks vertelt over haar zelf en haar conclusies. Verwacht geen religieus verhaal over de familie als hoeksteen van de samenleving, verwacht ook geen familie-liefde als enkel maar een gedachte: bell hooks wil je van persoon tot persoon aanspreken. En misschien kan een boeddhistische (of meer algemeen een spirituele) blik helpen wat ze wil: namelijk een soort gezamenlijke aanwezigheid en ‘wholeness’ die opgezocht wordt in het hier en nu en ‘liefde’ is daarbij een belangrijk thema.

Van hieruit moeten praktijken ontstaan. Dit kan en moet opvallend genoeg volgens hooks ook lichamelijk contact zijn: aanraking is belangrijk. In het onderwijs is aanraking over het algemeen maar taboe, terwijl bell hooks hier juist veel meer ruimte voor wil maken, zelfs daar waar de aanraking een zekere erotische lading kan krijgen. Dit kan volgens haar direct impact hebben op de manier van voor de klas staan en de relatie tussen leerling en leraar. bell hooks  zoekt naar een verbondenheid die ook iets erotisch heeft, zonder dat dit misbruikt wordt en voor juist dominantie zorgt. Daar zit namelijk juist ook de mogelijkheid tot ‘empowerment’. Er zijn altijd erotische verbintenissen geweest tussen professoren en studenten, tegen alle institutionele verboden in. In relaties, ook die tussen leerlingen en leraren zit altijd ook een meer erotische kant, een lichamelijke kant. En het is goed dat we elke erotisch contact gebaseerd op dwang of dominantie tegengaan, maar daarmee is niet alle liefde en erotiek taboe. Veel verbindingen en aanrakingen zijn juist ontzettend waardevol. De dominante cultuur maakt ons angstig voor dat soort contact. Die cultuur zet aan tot veiligheid, eenheidsdenken, en meer van hetzelfde – en wat hier niet in past is gevaarlijk of risicovol. Door die angst heen betekent geen roekeloos gevaar opzoeken: er blijkt helemaal geen gevaar te zijn maar eerder diversiteit, allerlei verschillen, en toch verbondenheid. Dat is waar onderwijs over zou moeten gaan. Het gaat om zelfvertrouwen te kweken dat helpt om voorbij schaamte te komen. En niet alleen bij leerlingen of studenten. Op basis van wat theorie van Gershen Kaufman en Lev Raphael weet bell hooks de werking van schaamte juist in zogenaamd geaccepteerde onderwijsvormen en verhoudingen te schetsen.

Passionate pedagogy in any setting is likely to spark erotic energy. It cannot be policed or outlawed. This erotic energy can be used in constructive ways both in individual relationships and in the classroom setting.

Moving through that fear, finding out what connects us, revelling in our differences; this is the process that brings us closer, that gives us a world of shared values, of meaningful community.

Laat je dan ook niet (langer) van de wijs brengen door wat andere beleidsmakers, media, opiniemakers of onderwijsdenkers zeggen: bell hooks staat voor radicaal onafhankelijk perspectief en wil je direct en persoonlijk aanspreken. Openheid, eerlijkheid, betrokkenheid, en uitermate kritisch blijven op de status quo – dat is wat ze is, wat ze uitstraalt en ook wat ze van de lezers verwacht. Ze gebruikt daarvoor haar heel eigen referenties (Zillah EisensteinJohn LewisPaul Robeson, James BaldwinGrace Lee BoggsBarbara Deming) en haar heel eigen toon. Ze weet waar ze het over heeft en is al jarenlang actief in tegendraadse kringen als feminist en sociaal activist in Amerika. bell hooks ziet haarzelf als wat Chomsky een “dissident intellectual” noemt en kiest voor een radicaal en dissident geluid. Het past allemaal wonderwel bij elkaar in dit boek. bell hooks maakt het je daarmee niet makkelijk: ze drukt je met de neus op de feiten en gebruikt scherpe formuleringen en prikkelende suggesties. Om het noodzakelijke andere onderwijs (niet-imperialistisch, niet-wit-supremacistisch, niet-kapitalistisch, niet-patriarchistisch) te genereren moeten we ons losmaken van het instituut, uitgaan van meer persoonlijke verbanden en verhoudingen, en de (onbewuste) uitgangspunten van het onderwijssysteem ook politiek aanvechten. Door de eigen angsten en ‘geaccepteerde’ normen en waarden heen. De pedagogie van hoop die bell hooks vertegenwoordigt moet de kapstok zijn voor tegelijk een ander soort onderwijs binnen en tegen de instituties, als ook een meer politiek tegengeluid over onrecht, angst en geweld. Een zeer spannend boek.

3 gedachten over “bell hooks – Teaching Community”

  1. Pingback: Sidsel M. Hansen en Tom Vandeputte – Politics of study | onderwijs filosofie

  2. Pingback: Tim Ivison & Tom Vandeputte – Contestations | onderwijs filosofie

  3. Pingback: Robert Haworth & John Elmore (ed.) – Out of the ruins | onderwijs filosofie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven