Dit dunne boekje bevat een verrassende inhoud. Het neemt je op een vrij toegankelijke en toch behoorlijk diepgaande manier mee langs allerhande politiek/theoretische onderwerpen als ‘(de)kolonialisme’, ‘queer’, ‘cyborgs’, naast een flinke portie Deleuziaanse filosofie. Paperson wil breken met de dagelijkse praktijk en gangbare theorie, iets nieuws ontwikkelen. Daar is dan ook het hele boekje op gericht. En dan zijn dat soort hedendaagse veelomvattende thema’s onmisbaar. Het helpt om een school of universiteit daarbij niet te zien als een eenduidig en eenzijdig geheel, maar als een ‘assemblage’ van allerlei groepjes, functies, objecten, methoden, technieken. Dit boekje streeft ernaar allerlei openingen te vinden voor talrijke interventies en nieuwe denkrichtingen. Het prikkelt, inspireert, en valt de status quo van het (vooral universitair) onderwijs aan.
De status quo koloniseert namelijk, die onderdrukt en reproduceert machtsverhoudingen. Daarin speelt het land (de grond) een belangrijke rol in: het gaat ook om vastgoed en innemen van een territorium. Maar omdat het een assemblage is kunnen die methoden, technieken, groepen, en gebouwen ook worden omgevormd of ‘misbruikt’. En dat is (gelukkig) ook altijd gebeurd. Die mogelijkheden kunnen we altijd weer zoeken en benutten. Een school of universiteit richt zich volgens Paperson op het ‘maken van werelden’ [nb. in tegenstelling tot het ‘in de wereld brengen’ wat men in Nederland vaak hoort in de pedagogie]. Diverse werelden zijn mogelijk om te maken, juist ook andere werelden (met ander machtsverhoudingen) kunnen daar gemaakt worden. Er kan een voorbeeld genomen worden aan de ‘Black film-works’ (Paperson verwijst naar Davis en zijn documentaire ‘spirits of rebellion‘), wat een ’third cinema’ heeft opgeleverd. Ook daar werd een nieuwe wereld gecreëerd. Dit resulteert in het idee van een ’third university’ die Paperson graag ziet ontstaan. Uiteraard daarmee ook verwijzend naar de ‘derde wereld’, met veel aandacht voor de zogenaamde ‘native’ denkwijzen. Het is geen compleet nieuwe universiteit, maar iets dat zich afspeelt tussen en voorbij de universiteiten en scholen zoals we die kennen. Een inspiratie daarbij is Kara Keelings geweldige Deleuziaanse boek over de Black Femme die voorbij de stereotypen en gangbare rollen en houdingen wilde komen en dat ook als project zag dat film oversteeg.
Paperson is ook wel K. Wayne Yang; misschien bij een enkeling bekend van boeken als ‘Decolonization is Not a Metaphor‘ en ‘Youth Resistance Research and Theories of Change‘, beide in samenwerking met Eve Tuck, en ook van ‘The postcolonial ghetto‘. Ook de eigen identiteit en gender wordt kortom kritisch wordt bekeken, aangezien ook dat kolonialiserende aspecten kent – Paperson ziet zichzelf nadrukkelijk als een ‘bijproduct van de kolonisatie’. Daar moet men aan voorbij zien te komen. Paperson vraagt je een soort ‘scyborg’ te worden: een cyborg (zoals bij Haraway) maar dan meer queer. Paperson wil een persoonlijke, collectieve subversie op verschillende schalen, daarmee de mogelijkheden om de dekoloniseren zoekend en deze ’third university’ vormgevend. Waar een ‘second university’ kritiek toelaat en een utopie voorschotelt, gaat men in de hier gewaardeerde ’third university’ daadwerkelijk aan de slag en probeert men iets in gang te zetten (als een soort machines). Pas in deze ’third university toont men zich daadwerkelijk strijdbaar. Ook Moten en Harney willen zo iets in The Undercommons beschrijven, en ook Wilder’s Ebony & Ivy en Chatterjee’s The imperial university zijn daarbij belangrijk zijn om te lezen, aldus Paperson.
Deze ’third university’ wordt in het boekje samengevat in 10 axioma’s:
- It already exists. It is assembling.
- It’s mission is decolonization.
- It is strategic. It possibilities are made in the first world university.
- Its is timely, and yet its usefullness constantly expires.
- It is vocationa, in the way of the first world university.
- It is unromantic. And it is not worthy of your romance.
- It is problematic. In all likelihood, it charges fees and grants degrees.
- It is not the fourth world.
- It is anti-utopian. Its pedagogical practices may be disciplining and disciplinary.
- It is a machine that produces machines. It assembles students into scyborgs.
Deze axioma’s vatten het ‘programma’ van de ’third university’ samen. Iets wat hopelijk op basis van de korte bovenstaande samenvatting enigszins begrijpelijk en misschien zelfs uitnodigend is gemaakt. Slechts een snelle schets van die nieuwe denkrichting is hier weergegeven, het is echt de moeite waard het boekje zelf door te lezen, de 70 pagina’s zitten vol verwijzingen en interessante referenties die hier niet aan bod zijn gekomen. De axioma’s zijn dan ook niet waar het uiteindelijk om draait. Het gaat om een poging, een mogelijkheid, een zoektocht naar een heel ander, vreemd, nog onbekend soort onderwijs: om zelf als leidraad voor de praktijk te gebruiken, over na te denken, en eventueel als strijdplan te hanteren, om jezelf door te laten beïnvloeden, om daarmee niet meer te doen wat je misschien altijd deed. Een boek dus die probeert te doen wat het voorstaat in het onderwijs: nieuwe werelden creëren en nieuwe assemblages in het leven roepen! ‘Uncovering the decolonizing ghost in the colonizing machine’, zoals het op de achterflap staat.