In dit boek zijn verschillende kritische lezingen van W. E. B. Du Bois over onderwijs bijeengebracht. Er zit een zeker verloop in thema’s en toon (de lezingen zijn dan ook over een periode van ongeveer 50 jaar gegeven), desalniettemin spreekt er een duidelijke en eenduidige visie op onderwijs uit.
Onderwijs bestaat volgens Du Bois uit een opeenvolging van (leer)doelen die behaald worden. Een opeenvolging die oneindig doorgaat. Die doelen worden behaald om jezelf (als individuele mens) te balanceren en aan te passen als een ‘fully selfconscious but cultured soul‘. Om vervolgens weer beter en beter (steeds meer zonder twijfel, en zonder fouten te maken) volgende doelen te weten bepalen en behalen. Onderwijs is geen voorbereiding op het je zelfstandig kunnen redden in de maatschappij, niet bedoeld om geld te kunnen verdienen, of om je goed te voelen: een bredere blik op de wereld is nodig, een geschiedenis, een verborgen waarde moet worden getoond in de doelen die worden gekozen. De aardappels worden anders gegeten als men kennis heeft van het nachtelijk waken en ochtenddromen van hen die geen aardappels hadden en die er veel voor opgaven om die te krijgen, zo schrijft hij met een metafoor om die ‘verborgen waarde’ aan te duiden.
Het is een opvatting en metafoor omtrent onderwijs die past bij de sterke socialistische insteek van Du Bois. Hij ziet het probleem van de grote verschillen in inkomen tussen de mensen. Omdat dit nu eenmaal zo is, is het belangrijk om armoede tot een deugd te maken, net als kennis, opoffering en werk. Uiteindelijk kunnen we van daaruit streven naar gelijkheid. Dit betekent ook een praktisch perspectief, dat ook binnen de universiteiten moet gelden. Kennisinstituten moeten vooral ook gericht zijn op de toepassing van kennis en zorgen voor richtlijnen tot actie. Een kleine gemeenschap heel ver te laten komen kreeg de prioriteit: dat liever dan de massa als geheel ineens te proberen te verheffen. Een belangrijke rol was volgens Du Bois weggelegd voor de staat, maar hij formuleerde het eveneens als een sociale oproep aan alle burgers.
Given a chance for the majority of mankind, to be educated, healthy and free to act, it may well turn out that human equality is not so wild a dream as many seem to hope. The intelligent democratic control of a state by its citizens does not of itself and by any mechanical formula mean good government. It must be supplemented by the thrift and unselfishness of its citizens.
Een centraal aanknopingspunt voor Du Bois zijn pleidooi voor ‘menselijke gelijkheid’ is zijn levenslange strijd tegen racisme en meer specifiek tegen allerhande onderdrukking van de Afro-Amerikaanse gemeenschap in de VS. Het was tijd om de ‘black folk’ uit hun minderwaardige maatschappelijke positie krijgen. In 1909 richtte Du Bois daarvoor met anderen de ‘National Association for the Advancement of Colored People (NAACP)’ op. Hij pleitte voor het panafrikanisme. Maar hij probeerde ook in zijn teksten en speeches meer concreet de geschiedenis van slavernij en de daaruit voortkomende positie van bepaalde gemeenschappen te doordenken om vervolgens daarmee antwoorden voor actuele problemen te formuleren. Let wel, zo hielp hij herinneren: de slavernij betekent dat er een heel continent is gekidnapt, vervolgens in een nieuw land geplaatst, een nieuwe religie opgedrongen, uitgebuit, een nieuwe taal geleerd, nieuwe gewoontes aangeleerd – en toen pas na 250 jaar is men weer ‘vrij’ gemaakt. Vrij tussen aanhalingstekens, want werkelijk vrij maken heeft veel meer nodig. Ook de instituties, de economische verdelingen, de mentaliteit, de maatschappelijke posities zijn namelijk niet zomaar veranderd. Er was zo ontzettend veel belang bij assertiviteit en zelfbevestiging, zelfbewustzijn en zelfkennis in de meest positieve en emancipatoire zin van het woord, juist dus voor (zoals Du Bois schrijft) de ‘Black People’. Juist voor hén wil Du Bois machtsposities, een stem in de wereld, een positie van belang. Daarom wil hij ook hele goede onderwijzers opleiden uit die gemeenschappen. Beïnvloedt was hij door en voortbouwend op de Hampton-Tuskegee ideeën, die spraken van het ‘upliften’ van de mensen door onderwijs. Zonder dit kan er volgens hem nooit een verandering plaatsvinden. De gemeenschap moet voor zichzelf kunnen zorgen, een eigen leren en overdracht organiseren, eigen scholen hebben, of eigen leiders en eigen representaties. Kleine scholen zijn nodig, door de gemeenschappen zelf, die de eigen geschiedenis benadrukken. Uiteindelijk met het volgende doel: “the abolition of the color line; the treatment of all men according to their individueal desert and not according to their race”. Gelijkheid dus, en geen discriminatie. En niet door allemaal ‘wit’ te worden. Du Bois ziet het als een grote fout die onderwijzers zouden maken als enkel maar de populaire en gangbare methodes, vooroordelen en standaard onderwijsinhoud worden gehanteerd: “we are going tot fail and fail ignominiously in our attempt to raise the black race to its full humaniy and with that failure falls the fairest and fullest dream of a great united humanity“. Iets wat nog altijd van toepassing is in de universiteiten, academies en scholen van vandaag de dag.
Ook in zijn bekende boek ‘The Souls of Black Folk‘ spreekt hij zich een aantal keer op die manier over onderwijs uit. Daar pleit hij voor onderwijs wat aansluit bij de diverse eigenschappen en wensen van de mensen, en zo de mensen, zowel individueel maar zeker ook als groep (binnen een groep) als volwaardig mens laat ontwikkelen. Het is onderwijs tot mensen en van mensen ‘met idealen, brede pure en inspirerende levensdoeleinden’. “The worker must work for the glory of his handiwork, not simply for pay; the thinker must work for the glory of his fame. And all this is gained only by human strife and longing; by ceaseless training and education; by founding Right on righteousness and Truth on the unhampered search for Truth; by founding the common school on the university; and the industrial school on the common school; and weaving thus as system, not a distortion, an bringing a birth not an abortion.” Het is volgens hem een eindeloze zoektocht vol experimenten en fouten, om te komen tot een onderwijs dat in de praktijk werkt en in de steeds veranderende omstandigheden mensen – onafhankelijk van welke huidskleur – tot volledige wasdom te laten komen. Juist natuurlijk bij specifieke groepen die al economisch zo in de verdrukking komen, geen aanspraak konden doen op politieke rechten, op verschillende manieren achter gehouden werden. Onderwijs was een mogelijke ontsnapping daaruit – waarbij er vooral ook eerst kon worden ingezet op het onderwijzen van onderwijzers dat misschien niet logisch lijkt (dan help je maar een klein groepje met wat hoger onderwijs) maar wat de opstap kan zijn om daarna het onderwijs des te beter voor de anderen te kunnen optuigen.
Zelf heeft Du Bois een diploma gehaald aan Fisk university waarover verschillende lezingen gaan en die hij ook kritisch toespreekt, het lijkt zowel een voorbeeld als ook een voorbeeld van wat er fout kan gaan. Du bois is erg betrokken. Eigenlijk bij heel het onderwijs en alles wat er in de klas kan gebeuren. Op diverse plekken geeft Du Bois dan ook uiteenlopende inzichten die onderwijzers kunnen inspireren. Bijvoorbeeld door de school in handen te geven van alumni, met een training zodat ze niet voor eigenbelang kiezen, om misschien een zelfde betrokkenheid te creëren als Du Bois voor Fisk toont. Maar ook als Du Bois spreekt over het lesgeven over Galileo op school. We kunnen volgens hem zeker Galileo’s geweldige aandeel in onze geschiedenis roemen, maar evengoed kunnen we ook ingaan op hoe hij zich door de regerende macht liet beknotten: door te liegen om niet veroordeeld te worden. Galileo werd op het eind van zijn leven gemarteld en opgesloten ondanks zijn leugens, en volgen Du Bois had hij nooit moeten liegen.
Du Bois noemt onderwijs ook wel ‘vocational’: onderwijs is een roeping. Absolute oprechtheid en waarheidsstreven zijn nodig, juist in het onderwijs, en evengoed als we het hebben over onderwijs. Du Bois wil eerlijk zijn, met ruime blik en heel specifiek de problemen benoemen en antwoorden daarop te formuleren. Juist als het om de grote problemen van zijn tijd gaat. In navolging van Du Bois is ook vandaag de dag eerlijkheid over wat er werkelijk speelt in het onderwijs en de thema’s die daarmee samenhangen noodzakelijk. Laten we niet doen alsof racisme, specifieke effecten van het slavernij verleden, of onderdrukking van bepaalde gemeenschappen, nu helemaal verdwenen zijn. Laten we niet doen alsof alles nu eigenlijk behoorlijk verloopt in het onderwijs. Het onderwijs is helemaal niet zo geweldig als het soms in theorieën en onderzoeken wordt getoond. Als je daar níet wat aan doet, dan ben je dus voor een verdere onderdrukking van een specifieke groep mensen. Wees oprecht. Want zoals Du Bois aangaf:
Er zijn talloze redenen om iets matig te doen, maar dit matige ophemelen is een groot probleem.
Pingback: Charles M. Payne en Carol Sills Strickland (ed.) – Teach Freedom | onderwijs filosofie
Pingback: Tyson E. Lewis – Inoperative learning | onderwijs filosofie